Don Camillo is intussen bisschop geworden en zit in het Vaticaan. Daar bereiken hem berichten dat Peppone, inmiddels parlementslid, in hun dorp een kapelletje wil laten afbreken. Natuurlijk probeert Don Camillo de plannen van zijn oude 'vijand' Peppone tegen te houden. Zelfs Jezus gaat zich met het conflict bemoeien als het uit de hand dreigt te lopen.