Prinses Aurinia, haar dienstmeisje Liesa en haar paard Falada zijn op weg naar het kasteel van koning Ewald, wiens zoon Ivo haar beloofd is als zijn vrouw. Onderweg dwingt Liesa de prinses van rol te veranderen en wil ze zelf koningin worden. Eenmaal aangekomen bij het kasteel probeert Falada de valse bruid te ontmaskeren. Liesa laat Falada onthoofden en haar hoofd boven de donkere poort hangen, en Aurinia wordt gedwongen om als ganzenmeisje te dienen. De koning en prins worden achterdochtig over de wreedheid van de vermeende prinses, en Ivo wordt verliefd op het vriendelijke dienstmeisje Aurinia. Met de hulp van de herdersjongen Kürdchen slagen de koning en prins erin het bedrog te ontmaskeren. Liesa krijgt haar terechte straf en de echte prinses viert haar huwelijk met Ivo.