In 79 na Christus barstte de legendarische Vesuvius uit, waarbij de steden Pompeii en Herculaneum werden verwoest. Veel later, met name in 1860, ontdekte de archeoloog Giuseppe Fiorelli dat een reeks gaten in de aslaag de lijken van mensen hadden gehuisvest voordat ze definitief ontbonden waren. Door de ruimtes met gips te vullen, verkreeg Fiorelli mallen die met grote precisie het laatste moment van het leven van de burgers weergaven die niet aan de uitbarsting ontsnapten.