Nadat hij zijn zoon verliest in een auto-ongeluk, lijdt John aan een zeldzame vorm van posttraumatische stress: onophoudelijke rillingen, zenuwinzinkingen en verschrikkelijke hoofdpijn. Dat is de dagelijkse cocktail van de gerenommeerde chirurg. Zelfs de meest begripsvolle collega laat hem niet meer in de buurt van een scalpel komen. John probeert alles om zijn pijn te verzachten: drugs, verdovingsmiddelen voor paarden, het verzameld werk van Leonard Cohen… niets helpt. Tot op de dag dat hij zijn hand verwondt. Wanneer hij zijn wond likt, ontdekt John dat een dosis hemoglobine zijn pijn meteen doet verdwijnen. Een glaasje bloedgroep A+ lijkt eindelijk een oplossing te zijn, maar al gauw wordt John met zijn échte probleem geconfronteerd. Het drinken van zijn eigen bloed heeft maar een tijdelijk effect. Moeder Natuur dwingt hem om bloed te drinken dat niét van hem is. Vers bloed, als het even kan...